Marie talmt nog

Ik ben niet in de bonen, maar in de stoofperen.
Hardinxveld, 5 november 1914

Beste Anne Marie,

Ik heb mijn mand met stoofperen even aan de kant gezet om jou te schrijven. We hebben zoveel peren in de boomgaard, ik ben al uren bezig met schillen en heb vrijdag ook al peren gestoofd.

Angstig

Je vroeg me waarom Marie nog talmt. Ik denk dat het haar wel goed bevalt bij ons in huis. Zoals ik je al schreef: veel vluchtelingen hebben het in Holland beter dan in Vlaanderen. Maar Marie is ook angstig, ze heeft vreeslijke dingen gezien tijdens haar vlucht naar hier: lijken met afgehouwen lichaamsdelen, verwoeste huizen, bange mensen met paniek in de ogen. Ze vertrouwt de Duitsers niet en is ook angstig of ze thuis wel arbeid en brood zal hebben. Verder vreest zij dat haar have en goed vernield en verwoest zijn; zij stelt daarom het moment van terugkeer uit. Over het lot van haar man verkeert zij in het ongewisse.

Barakken

Veel Belgen toeven nog. Men bouwt tegenover scheepswerf De Hoop een aantal barakken, zodat vluchtelingen daar onderdak vinden kunnen. Arie en ik zullen Marie binnenkort vragen of zij en Octaaf ook daar hun intrek willen nemen.

Noodbrood

Toen ik jouw recept voor noodbrood nog eens goed bekeek, dacht ik dat het toch wel iets wonderlijks is. Zullen wij, als er werkelijke schaarste ontstaat, nog over voldoende meel een aardappelen beschikken om dergelijk brood te bakken?

Je liefhebbende Plonia

1 opmerking:

  1. Dat laatste heb ik ook mijn vraagtekens bij.

    Vorige week was er een speciale bevrijdingskrant over Zeelanden dan over 2e wereldoorlog, maar ik had er ook een dergelijke vraagtekens bij. Er sotond dat na de bevrijding vrouwen die met de moffen hadden geheuld op de markt met rotte tomaten werden bekogeld.
    Als er dan hongersnood is zou dat toch al lang op zijn geweest? en bovendien zijn tomaten pas rijp in juli-augustus.

    BeantwoordenVerwijderen

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...