Extra wasgoed

Nu moeder ziek is, moet ik twee teilen met
wasgoed in de week zetten.
Hardinxveld, 31 mei 1913

Beste Anne Marie,

Nu is moeder toch ziek geworden! Naar 't zich laat aanzien is het zo heel ernstig niet, maar ze is toch wat koortsig en vader en ik vinden dat ze in de bedstee moet blijven. Dat betekent wel, dat ik morgen twéé teilen met wasgoed in de week moet zetten, in plaats van een enkele teil.

Welnu, op zaterdagavond wat meer wasgoed in de week zetten, dat is het werk niet. Maar dan, op maandagmorgen... Ik krijg al rugpijn bij de gedachte eraan. Zware ketels water aan de kook brengen, het witte goed schoon koken en het bonte goed wassen in lauwwarm water, alles spoelen, het witte goed op de bleek leggen en later spoelen met blauwsel, laten drogen en dan op dinsdag alles strijken.

Mannenkiesrecht

Wat ik je nog moet melden: er zijn in het dorp een paar vrouwen die geen uitbreiding van 't mannenkiesrecht willen als niet óók de vrouwen kiesrecht krijgen. Wat vind je daar nu van?

Bij ons mag een flink deel van de mannen niet stemmen omdat ze onvoldoende belasting betalen. Op het platteland liggen de bedragen lager, dus het kan zijn dat iemand die naar de stad verhuist zijn kiesrecht verliest.

Konijn

Of ik ooit tonijn at, vroeg je mij. Nee, of het moet zijn dat je konijn bedoelt. Met Kerst heb ik een enkele keer konijn gegeten. Mijn broers voerden het beest het hele jaar gras en paardenbloemblad en slachtten het in december. Maar daar aten wij vanzelf geen radijs bij, dat groeit immers niet in de winter.

Ik moet van Arie zeggen dat je eigenlijk een bosje hoepels moet kopen, dan kun je het label van zijn hoepelmakerij daaraan verbinden. Over jullie recessie heb ik hem ook verteld. 'Het zal zo'n vaart nog niet lopen', zei hij. 'Als zelfs gewone arbeiders in een automobiel rondrijden, vind ik het zo ernstig niet.'

Je liefhebbende Plonia

Een relikwie van mijn overgrootvader

Voorwerpen van verschillende generaties,  
Ottoland, 28 mei 2013

Hey Plonia,

Ik heb iets bijzonders gekregen, van een aardige vrouw uit Hardinxveld: een label uit de hoepelmakerij van Arie. Prachtig om het in mijn handen te houden en te bedenken dat jouw Arie het ook ooit in zijn vingers hield. Arie gebruikt het label om aan bossen met hoepels te bevestigen, ik heb het aan een fotolijst gehangen.

Vier generaties

De voorwerpen op de foto vertegenwoordigen vier generaties: een label van mijn overgrootvader, een verliefde foto van mijn ouders, een foto van mijn zus en mijzelf in het bed van jouw dochter Annigje (mijn oma) en het eerste brilletje van mijn jongste dochter.

Het label is voor mij ook symbool voor de ijver van mijn overgrootvader. Ik heb er bewondering voor dat hij zijn eigen bedrijf opzette, en dat hij in zijn leven diverse beroepen had. Hij bewoog mee met de arbeidsmarkt.

Recessie

Ik schreef je al eens dat het bij ons recessie is. Om mij heen hoor ik steeds vaker over mensen die hun baan verliezen. Af en toe vraag ik me af wat ik zou doen als het mij overkomt. Ik heb me voorgenomen om een voorbeeld te nemen aan Arie. Al hoop ik natuurlijk dat ik lekker op de krantenredactie kan blijven.

Radijs en tonijn

Na jouw verhaal over radijsjes heb ik er een paar gekocht in de supermarkt (dat is een soort kruidenier). Liever had ik ze geoogst in mijn eigen tuin. Hopelijk komt het ooit zover. Volgens mijn jongste dochter smaken radijsjes goed in tonijnsalade, als je ze in kleine stukjes snijdt. Eet jij eigenlijk wel eens tonijn?

Doe de groeten aan Arie en zeg maar dat ik blij ben met het label uit zijn hoepelmakerij! Toen hij zijn labels bij de drukker bestelde, verwachtte hij vast niet dat zijn achterkleindochter er een aan een fotolijst zou hangen.

Liefs,
Anne Marie

Kikkers en radijsjes

Als de jongens weer kikkers vangen, zwaluwen
terugkeren en er weer radijsjes zijn, dan
wordt het zomer.
Hardinxveld, 24 mei 1913

Beste Anne Marie,

Kun je me niet vast een stukje van mijn levensverhaal laten lezen? Ik ben wel benieuwd naar de epistels die je over mij schrijft.

Je kunt ook schrijven dat ik elk voorjaar uitkijk naar de eerste radijsjes van het land. Zo héérlijk als die smaken: fris, knapperig, pittig, en dan samen met romige boter op een dikke, verse boterham...

Moderne vrouwen

Na jouw laatste bericht heb ik Spreuken 31 nog eens gelezen. Een vrouw als daar beschreven wordt, zo een hebben we er bij ons in het dorp niet hoor. In de avond gaat onze olielamp echt uit, een mens heeft ook rust nodig. Het gedicht van de Vereeniging van Huisvrouwen gaat over moderne vrouwen, zoals bij ons in 1913. Wij hoeven niet meer zelf te spinnen en weven.

Kikkers vangen

Vanmiddag heb ik mij van mijn goede kant laten zien. Kleine Gerrit was op weg van school naar huis bij een sloot blijven spelen, om kikkers te vangen. Dat liep natuurlijk verkeerd af. Met zijn goeie goed kwam hij in 't water terecht. Bah, wat stonken zijn kleren. Ik heb ze maar meteen in de teil gedaan. En Gerrit erbij. Niet in hetzelfde water natuurlijk. Het kroos zat tot in zijn oren.

'Wilt u het niet tegen vader zeggen?' vroeg Gerrit.
Ik heb hem beloofd dat ik zelf nergens over zal beginnen.
'Dan zal ik morgen speciaal voor u een kikker vangen, tante Pleuntje', zei hij. 'Zonder in het water te vallen.'
Een ondeugd is het.

Je liefhebbende Plonia

Op zoek naar een dienstmaagd

Op mijn bureau stapelen de boeken en oude
documenten zich op.
Ottoland, 21 mei 2013

Hey Plonia,

Jouw levensverhaal vordert al behoorlijk. Gisteren had ik weer tijd om eraan te werken. Het is jammer dat ik over jouw toekomst niets aan je kan vragen.

Ik heb een tafel naast mijn bureau geschoven die bedekt is met materialen. Naarmate ik verder kom in jouw leven, wordt die tafel voller: boeken, aantekeningen, oude documenten, foto's en krabbels op vodjes papier stapelen zich op. Soms kan ik mijn eigen notities niet meer vinden.

Unieke ervaring

Al schrijvend ontdek ik dat elke tijd zijn eigen armoede kent, en zijn eigen rijkdom. En dat we, als iemand een mooie leeftijd bereikt, altijd maar een periode van een persoon meemaken. Jouw kleinkinderen kennen jou niet als jonge vrouw, jouw ouders zullen jou niet zien als oude dame. Maar als schrijfster heb ik het gevoel dat ik jouw hele leven meemaak, van het begin tot het einde. Dat is een unieke ervaring!

Betaald werk

Over jouw laatste bericht ben ik trouwens een beetje verbaasd. Die Vereniging van Huisvrouwen bij jullie is behoudender dan de Bijbel, heb je dat gemerkt? Moet je Spreuken 31 maar eens lezen. Daar staat een beschrijving van een goede huisvrouw. Ik lees in die tekst helemaal niet dat een huisvrouw geen betaald werk buitenshuis behoort te doen. Wel dat ze handel drijft, een akker koopt. Ze doet meer dan eten koken, spinnen en weven. Het boek Spreuken schijnt te zijn geschreven in de tweede eeuw voor Christus, dus die Vereniging van Huisvrouwen loopt echt achter.

Die vrouw uit Spreuken had ook personeel, dat blijkt wel uit de tekst. Haar 'dienstmaagden' liet ze natuurlijk op haar kinderen passen als ze op de markt met koopmannen onderhandelde. En de was doen. Misschien moet ik toch ook eens zo'n dienstmaagd aanstellen. Daar wordt jouw levensverhaal vast beter van.

Groet!
Anne Marie

Waar huisvrouwen behoren

In mijn dorp kan niet iedereen bij de kruidenier kopen wat
hij van node heeft.
Hardinxveld, 18 mei 1913

Beste Anne Marie,

Nu heb je een voordracht en interviews over mij gegeven en ook nog via de radio over mij gesproken. Zeer wonderlijk. Uit een eerder schrijven van jou heb ik opgemaakt dat een radio een apparaat is waarmee velen het gesprek kunnen afluisteren. Hoogst onaangenaam lijkt mij dat. Het belemmert je om van mens tot mens te spreken, dunkt mij.

Honger

Ik heb nog eens nagedacht over alle stoffen met onuitsprekelijke namen die men in jullie voedsel pleegt te doen. E-nummers noemde jij ze. Welnu, het is natuurlijk hoogst onaangenaam. Maar ik zie het als mijn taak jou erop te wijzen dat er bij mij in het dorp mensen zijn die 's avonds met een knorrende buik naar bed gaan. Zij lijden honger.

Misschien zijn de etenswaren van jullie kruideniers toch te verkiezen boven geen of te weinig eten.

Je schreef over jullie minister Bussemaker, die vindt dat vrouwen hun kinderen bij anderen moeten brengen zodat ze zelf uit werken kunnen gaan. Mevrouw Bussemaker moet zich schamen. Allereerst vindt bij ons de vakbeweging dat vrouwen als loondruksters de arbeidsmarkt verpesten. Daarnaast groeien kinderen op voor galg en rad als de huismoeder niet voor orde, netheid, discipline en tucht kan zorgen. Vrouwen gaan bij ons alleen uit werken wanneer de nood in het gezin hen ertoe dwingt.

Gedicht over de huisvrouw

Vorig jaar, in december 1912, is de Nederlandsche Vereeniging van Huisvrouwen opgericht. In een uitgave van deze vereniging las ik een prachtig gedicht. Een strofe daaruit luidt:

Ook nu zal ons huis met ons eigen gezin
Ons steeds boven alles bekoren,
Want het beste blijft toch voor allen daarin
Te weten, dat zij daar behooren.


Beter zou ik het zelf niet kunnen verwoorden.

Je liefhebbende Plonia

Jouw verhaal op de radio

In de studio van Radio Rijnmond in Rotterdam. De presentatrice wilde
weten of jij vóór vrouwenkiesrecht bent.
Ottoland, 15 mei 2013

Hoi Plonia,

Voordat we gaan eten moet ik je eerst even vertellen dat ik vanmiddag in Rotterdam in een radiostudio was om over jou te vertellen! Het was de studio van Radio Rijnmond. Ik reed erheen over vijfbaanswegen vol met snel rijdende auto's en stelde me voor dat jij naast me zat. Je zou het angstaanjagend gevonden hebben, echt.

Tweede moeder

De presentatrice vroeg waarom ik zo in jou geïnteresseerd ben. Dat is nogal logisch: in jouw toekomst zul je zijn als een tweede moeder voor mijn moeder en maak je mijn geboorte nog mee. Het voelt alsof je heel dichtbij bent.

Tegelijkertijd zijn jij en ik een hele eeuw van elkaar verwijderd, loop jij rond in vijf lange rokken en ik in een spijkerbroek en verdienen getrouwde vrouwen in jouw dorp bij voorkeur geen geld terwijl bij ons een minister rondloopt die wil dat alle vrouwen zoveel mogelijk gaan werken. Buitenshuis bedoelt ze. Onze kinderen moeten we de hele week bij iemand anders brengen. Deze minister heet Jet Bussemaker en niet iedereen vindt haar aardig.

E-nummers

Nog even over fabrieksdirecteuren die mononatriumglutamaat (het is géén glutOmaat) en andere dingen met rare namen door ons eten doen. Die zullen bij ons niet in de gevangenis belanden. Er zijn in Europa namelijk beleidsmakers die vinden dat er best wat vreemde stoffen in het voedsel mogen zitten. Producenten hebben die polyvinylpyrrolidon, xylitol, geoxideerde polythyleenwas, azodicarbonamide en nog heel veel andere enge zaken door wetenschappers laten bekijken. Die gaven er nummers aan: E-nummers. Ze lijken ons geen kwaad te doen, zeggen die deskundigen. Totdat het tegendeel wordt bewezen.

Eigenlijk leef ik als een soort proefkonijn in een wereldwijd laboratorium. Gelukkig houd ik van rauwkost.

Liefs,
Anne Marie

Bakkers die je kunt vertrouwen

Mijn havermoutpap is gelukkig van goede kwaliteit. Ons brood ook, zo
verzekerde mij de bakker. En groenten komen uit eigen tuin.
Hardinxveld, 11 mei 1913

Beste Anne Marie,

Zeer onwelgevoeglijk dat fabrieksdirecteuren verkeerde zaken aan de voeding toevoegen! Bij ons komt het ook wel voor dat bakkers of boeren hun klanten bedotten. Zo was er in januari nog een landbouwer te Hoogblokland die zijn zoon de opdracht had gegeven steeds 'een tiksie' spoelwater bij de melk te doen.

Maar water is toch lang zo verkeerd niet als dat eh... mononatriumglutomaat dat men bij jullie door de voeding doet. Voor het moeilijke woord moest ik even jouw schrijven erbij pakken. Ik heb mijn bakker ernaar gevraagd. Ook Arie en mijn ouders heb ik het woord laten zien. Geen van allen hadden zij ervan gehoord. 'Ik denk niet dat het lekker smaakt', zei Arie er nog bij.

Havermoutpap

Toen ik gisteravond ons bord havermoutpap bereidde - dat eten wij altijd voor het slapen gaan - heb ik ook eens goed naar de melk en de havermout gekeken. Doch ik kon er niets vreemds aan ontdekken. Ik geloof niet dat er een of andere glutomaat aan toegevoegd is hoor.

De Hoogbloklandse landbouwer die met zijn melk had gerommeld, moest drie weken 't gevang in voor zijn bedrog. Zijn er bij jullie geen lieden die erop toezien dat aan levensmiddelen slechts gezonde ingrediënten worden toegevoegd? Die directeur met zijn glutomaat moesten ze ook eens even vastzetten, daar zou hij wel van leren!

Eerlijk brood

Je schreef over brood met wonderlijke ingrediënten. Onze bakker kent wel het tarwemeel. Water, zout en gist zijn hem natuurlijk ook vertrouwd. Maar de meeste van de andere producten die jij noemde, deden hem slechts de wenkbrauwen fronsen. 'Vrouw Loeve, wees maar blij dat je niet in dat dorp van jouw familielid woont', zei hij. 'Bij ons kun je de bakkers nog vertrouwen.' En gelijk heeft hij.

Je liefhebbende Plonia

Over spek, roomboter en voedsel uit fabrieken

Deze boer drinkt niet alleen volle, verse melk, maar eet ook het vlees
van zijn eigen koeien. Zijn koe geeft 25 liter melk per dag. Méér dan genoeg.
Ottoland, 9 mei 2013

Ha Plonia,

Een avondwandeling in de polder kan leuke verrassingen opleveren. Ik kwam vorige week deze hobbyboer tegen die zijn koe twee keer per dag met de hand melkt. Het zal mijn romantische geest wel zijn die maakt dat ik zoiets prachtig vind.

Ik weet dat onze boeren het beter hebben dan die bij jullie, omdat ze dankzij machines veel meer koeien kunnen melken. Maar dat een koe bij ons na vijf jaar al letterlijk uitgemolken is, dat vind ik toch minder mooi.

Voedselindustrie

De zorg voor voedsel is bij ons een industrie geworden. Zal ik je eens vertellen wat er door brood kan zitten? Hou je vast: tarwebloem, water, maïsgries, tarwegluten, zeezout, meelverbeteraar, ascorbinezuur, kurkuma, enzym, gist, gerstemoutmeel, steenzout, moutextract, soja lecithinen, guarpitmeel. Soms zit er ook kaliumchloride door. Volgens sommige wetenschappers is dat niet gezond.

Wil jij eens aan jouw bakker vragen wat hij in een brood doet?

Fabrieksdirecteuren

Fabrieken doen vaak minder goede dingen door ons eten, zoals mononatriumglutamaat. Dat zit bijvoorbeeld in soep en bouillon. Het schijnt slecht te zijn voor je gezondheid, maar het versterkt de smaak en dat vinden we lekker. Daardoor verkopen producten met deze rommel beter, wat fabrieksdirecteuren natuurlijk graag willen. Geld verdienen is belangrijker geworden dan het zorgen voor goede voeding.

Misschien vond ik het daarom wel zo leuk om die hobbyboer en zijn koe te zien. Het was alsof ik even terug in de tijd was, toen alles wat we aten en dronken nog geen etiketje had en iedereen toch precies wist wat hij binnen kreeg.

Spek en roomboter

We zijn erg welvarend. Maar deze week was ik weer even jaloers op jou, met je moestuin, verse geitenmelk en eieren van eigen kippen. Ik lees momenteel een boek van Michael Pollan. Hij zegt dat we weer moeten gaan eten zoals onze grootouders.
Nou eten jullie rustig spek en roomboter. Maar weet je wat me opvalt als ik naar foto's uit jouw dorp kijk? Dat er nooit iemand op staat die te dik is!

Liefs,
Anne Marie

Genoeglijk in één bed

Het is een genoegen om over de akker te lopen.
Vooral de bloemkool doet het erg goed dit jaar.
Hardinxveld, 6 mei 1913

Beste Anne Marie,

Bij mijn zuster Neeltje de Kok-Weppelman is vorige week een gezonde zoon geboren. Hij heet Gerrit Cornelis, net als mijn vader. Ook de zoon van broer Pieter draagt deze naam. Neefje Gerrit is trots dat hij nu de kleinste Gerrit niet meer is. 'Nu zullen ze mij wel grote Gerrit gaan noemen', zei hij.

Vanmiddag, nadat ik de was op de bleek had gelegd, ben ik weer eens over de akker gelopen. Alles staat er zeer fris bij. Na de avondboterham heb ik nog wat rucht verwijderd. Dat groeit momenteel net zo hard als mijn kool.
Onze geit Gijsje geeft meer melk nu de dagen lengen. En de kippen leggen flink wat eieren. Het is heerlijk dat de maanden van koude en schaarste voorbij zijn. Aan de bessenstruiken zie ik al kleine groene besjes verschijnen.

Samen op zolder

Ik vind het een heel gewone zaak dat wij met alle kinderen op zolder sliepen. Ik heb een paar jaar alleen op de zolder geslapen, toen mijn broers en zusters allen gehuwd waren. Dat vond ik maar niets. Het luik naar de trap moest altijd open blijven, zodat ik de stemmen van vader en moeder kon horen. Toen Pieter na het overlijden van zijn tweede vrouw weer thuis kwam wonen, was ik maar wat blij dat hij de zolder weer betrok.

We hadden als kinderen wel eens ruzie, vanzelfsprekend. Als we het te bont maakten, legde vader of moeder ons het zwijgen op met een enkel woord. Geen van ons wilde een pak slaag riskeren. Ik sliep altijd samen met Neeltje in één bed. Maartje had een bed voor zichzelf alleen. Mijn broers sliepen aan de andere kant van de zolder, achter een gordijn. Ik kon ze horen snurken.

Verraden

In de winter kropen Neeltje en ik dicht tegen elkaar aan. Soms maakten we ruzie omdat de één de deken te veel naar zich toe trok. In de zomer sleepten we vaak zachtjes de stoel met onze kleren naar het dakraam, om naar buiten te kunnen gluren. Johannes heeft dat een keer verraden.

Zeer verwonderd was ik toen ik las dat mensen bij jullie een ganse week vrij kunnen zijn voor een feestweek. Welnu, mijn Arie zou ook best een week niet kunnen werken. Maar dan zou hij op zaterdag geen loon ontvangen.

Je liefhebbende Plonia

Een kasteel in mijn straat

Kasteel Drakesteyn, bij mij in de straat. Ik woon
in een voorname buurt...
Ottoland, 3 mei 2013

Hoi Plonia,

Wat mooi dat het huis van jouw ouders voor zoveel mensen een thuis is geweest. In mijn huis komen wel eens mensen logeren, maar verder blijft het aantal inwoners beperkt tot de vier personen van ons gezin.

Vorig jaar ben ik in jouw geboortehuis geweest. Anno 2013 is de smederij bij het woonhuis getrokken, maar toen jij kind was, was het helemaal niet zo groot. Dat jullie er met zeven kinderen, ouders, knechten, een neefje en zelfs nog een oude grootmoeder hebben gewoond! Sliepen die knechten bij de kinderen op zolder?

Vervelend?

Hoe vond jij dat om met zoveel mensen in een huis te leven? Was het niet vervelend om zo weinig ruimte voor jezelf te hebben? Jullie hadden vast vaak ruzie. Of juist veel lol.

Vergeleken met jouw ouders woon ik in een kasteeltje. Niet dat mijn huis zo groot is, maar het is wel groter en comfortabeler dan jouw ouderlijk huis. Het heeft een badkamer met ligbad. En een kachel waar ik nooit kolen of hout in hoef te doen. En mijn dochters hebben ieder een eigen kamer.

Kasteel

Over ruimte gesproken: bij mij in de straat staat een kasteel: Drakesteyn. Het staat er tijdelijk, vanwege Koninginnedag. In de afgelopen week was het feest in ons dorp. Veel mensen namen daar de hele week vrij voor, spaarden kosten nog moeite om het dorp te versieren en dronken 's avonds bier in een feesttent.

Kasteel Drakesteyn ken je vast: het bestaat al sinds 1640 en staat in Lage Vuursche. Bij jullie woont er een familie Bosch, nazaten van een Utrechtse burgemeester. Dat heb ik even opgezocht op internet. Zou die familie Bosch ook knechten, een verweduwde zoon met zijn kind en bejaarde familieleden onderdak bieden?

Liefs,
Anne Marie

Het ouderlijk huis als veilige haven

De nieuwe hoefstal van vader staat naast
de smederij.
Hardinxveld, 1 mei 1913

Dag Anne Marie,

Dat vind ik wonderlijk: een kastje waar de vaat vies in gaat en schoon weer uit komt. Arie trok zijn wenkbrauwen op toen ik hem erover vertelde. Hij denkt nu dat de huisvrouwen daar bij jullie wel erg lui moeten zijn.

Travalje

Vanmiddag ben ik bij vader en moeder naar de nieuwe travalje gaan kijken. Dat is een hoefstal waarin vader de paarden kan vastzetten als hij ze beslaat. Tegenwoordig doet broer Pieter dat werk meestal, want vaders rug is niet zo goed meer.

Zeven kinderen, drie knechten

Bij de koffie besprak ik met moeder hoeveel mensen er al onder het dak van haar woning hebben vertoefd, sinds ze er na haar huwelijk is komen wonen. Allereerst zijn daar natuurlijk haar zeven kinderen, de vijf overleden kinderen niet meegerekend. Dan was er drie keer een knecht die bij ons inwoonde.

Later heeft vaders moeder nog enige tijd bij mijn ouders ingewoond, de laatste vijf maanden van haar leven. Dat was in 1897. Verder heeft natuurlijk neefje Gerrit bij ons gewoond, nadat Pieters vrouw was overleden. En Pieter zelf trok na het overlijden van zijn tweede vrouw ook weer enige tijd bij vader en moeder in.

Tehuizen

Toen moeder en ik deze dingen zo bespraken, raakte ik ervan doordrongen welk een zegen het ouderlijk huis is. Het is een veilige haven voor familie en allen die daaraan voor korte of langere tijd worden toegevoegd.
Ik heb van jou begrepen dat er bij jullie allerlei tehuizen en voorzieningen zijn om ontheemden op te vangen. Voor mij is het onbegrijpelijk dat er geen familie is die daartoe bereid is. Terwijl jullie zo welvarend zijn!

Je liefhebbende Plonia
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...