Koken in het hooi. |
Dag Anne Marie,
Wat moest ik lachen toen ik zag dat jij jouw pan zomaar in het hooi had gezet. Nu ja, met een theedoek eromheen. Je mag dan gestudeerd hebben, van een hooikist heb je duidelijk niet veel verstand. Wij bekleden onze hooikisten met jute of een andere goedkope stof, zodat de keukenvloer niet steeds bezaaid raakt met hooisprietjes. Maar, het mag gezegd worden, jouw rijstebrij zag er smakelijk uit.
Ik heb nog wat tips voor het gebruik van een hooikist. Ze komen uit mijn kookboek uit 1910.
- Men neme een pan, die volkomen in de hooikist past. Indien dit niet het geval is, moet de overblijvende ruimte met proppen papier aangevuld worden, daar anders in de open ruimte boven de pan luchtcirculatie en daardoor warmteverlies plaats zou hebben.
- Men neme wat minder vloeistof of wat meer vaste stof dan men bij de bereiding op het vuur zou gebruiken. Verdamping heeft zo goed als niet plaats.Rijst wordt nu met twee keer zoveel water opgezet.
- Men koke de spijzen, voordat ze in de kist gezet worden, 1/6 van de gewone kooktijd.
- Men late de spijzen drie keer zo lang in de kist staan dan ze op het vuur nodig zouden hebben om warm te worden. Staan ze er te lang in, zo schaadt dit niet.
- Men zorge steeds de kist na het gebruik flink te luchten.
En wat zo ideaal is: er brandt nooit iets aan!
Is de petroleum erg duur in 2012, daar jij ook je toevlucht hebt gezocht tot de hooikist?
Je schreef over de jeugd van mijn grootvader Pieter Dubbeldam. Daarover heeft mijn moeder me nooit wat verteld. Je moet niet vergeten: in de eerste helft van de negentiende eeuw was het leven voor veel mensen zwaar. En mijn moeder had de handen vol aan haar eigen gezin. Ze kreeg twaalf kinderen waarvan er vijf enkele maanden na de geboorte stierven, zoals ik je eerder schreef. Aan haar eigen leed had ze voldoende.
U groetend vanuit 1912,
Plonia
Geen opmerkingen:
Een reactie posten