Mijn doopjurk

Mijn doopjurk. Mijn moeder kreeg hem bij mijn
 geboorte cadeau van haar moeder.
Ottoland, 10 december 2012

Ha Plonia,

Prachtig, die wieg. Jouw kind begint zijn of haar leven op stand. Ik vroeg me af: heb je ook al een doopjurk? Of doen jullie daar niet aan?

Van Waterloodag had ik nog nooit gehoord. Jammer dat wij die dag niet meer vieren. Op de een of andere manier zijn de generaties voor mij vergeten die dag in ere te houden. Niet aardig van ze.

IJsbloemen

Bij ons heeft het vorige week wel gevroren. En we hebben ook al sneeuw gehad. Er schijnt deze week nog meer sneeuw en vorst te komen. Nu ik heb gelezen hoe arme mensen in jouw dorp de winter door komen, heb ik me voorgenomen nooit meer te klagen over kou.
Mijn huis is goed geïsoleerd en ik heb warme kleding genoeg. En ijsbloemen zijn nog zeldzamer geworden dan kievitsbloemen.

Ik begin steeds beter te begrijpen over welke dingen jij je druk maakt. En waarom jij je niet druk maakt over dingen die ik belangrijk vind. Bij jullie gaat zoveel energie zitten in de zorg voor voeding, kleding, een brandende kachel en een dak boven je hoofd, dat al het andere bijzaak is.

Bibberende kinderlijfjes

Dat er mensen zijn die in bed moeten kruipen als ze hun kleren willen wassen, onvoorstelbaar. Ik probeer me voor te stellen hoe dat gaat. Een moeder die haar kinderen roept, terwijl ze lekker aan het spelen zijn. Bibberende kinderlijfjes bij de kachel. 'Kruip maar in bed, over een paar uur zijn je kleren droog.' Misschien spelen ze in bed wel een potje Ganzenbord. Hoewel, voor zo'n spel hebben ze waarschijnlijk ook geen geld. Misschien vertelt moeder hen een mooi verhaal, terwijl ze de kleren over een lijntje bij de kachel hangt. Dat hoop ik dan maar.

hartelijke groet,
Anne Marie

1 opmerking:

  1. Ik ben een "oorlogskind". In mijn prille jeugd, zo rond 1950, werden op zaterdag ook nog buurkinderen in bed gestopt omdat de kleding gewassen moest worden. Een arbeidersgezin, maar onze moeder kon de uitspraak nog waarmaken. Drie stel kleding; één in de kast, één aan de bast en één in de was. En als dochters zijnde kenden we een behoorlijke luxe. Indien nodig dan was er iedere dag een schoon onderbroekje en twee ker per week een schoon hemdje. Er werd gewoon schande van gesproken, wat een onzin, zo vaak schoon ondergoed. We hoeven dus niet helemaal honderd jaar terug, ook later werd er echte armoede geleden. Heb het goed.

    BeantwoordenVerwijderen

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...