Een lesje geiten melken

Ottoland, 30 juli 2012

Ha die Plonia,

Vandaag heb ik iets bijzonders geleerd: hoe je geiten moet melken. Dat heb ik speciaal voor jou gedaan. Toen je me schreef dat jullie een geit hebben gekocht en dat je moet leren melken, kreeg ik een idee. Ik heb een filmpje voor je gemaakt. Het is een cadeautje voor jou; een cursus geiten melken in bewegende beelden. Ik hoop dat je er blij mee bent!




De geitenboerin die me les geeft is Tineke van de Broek. Ze woont bij mij in het dorp. Van de melk maakt ze heerlijke geitenkaasjes.

Veel succes met het melken van jullie geit Gijsje.

Groet,
Anne Marie

Een geit in het gemeentehuis


Onze nieuwe geit heet Gijsje.

Hardinxveld, 28 juli 1912

Dag Anne Marie,

Nu heb ik toch raar gedroomd zeg. Ik zat in het gemeentehuis met de wethouders en de burgemeester. Ze keken streng en vroegen me op wie ik zou gaan stemmen bij de verkiezingen. Het zweet brak me uit, want ik had geen idee. Toen ik bleef zwijgen, lachte de burgemeester en zei: 'Pleuntje, je hoeft gelukkig helemaal niet te stemmen.' Toen kwam onze geit zomaar het gemeentehuis in, nu ja, in mijn droom dan. Arie heeft deze week namelijk een geit gekocht. De wethouders keken geschokt naar het beest. Ik droomde dat ik hem snel bij z'n halsband pakte en wegliep. Halverwege de dijk liep ik ineens met een lege halsband. Daarna werd ik wakker. Het duurde even voordat tot me door drong hoe vermakelijk mijn droom eigenlijk was.

Roeping

Bedankt voor je uitleg over vrouwenkiesrecht. Ik kijk ervan op dat er ook bij jullie nog zo verschillend over gedacht wordt. Wat je schrijft over stemrecht, dat begrijp ik. Maar dat vrouwen zich ook verkiesbaar stellen, dat gaat me toch wat ver. Dat zou het huishouden en gezinsleven te zeer ontwrichten. Al weet ik niet hoe het zit met de roeping van de vrouw. Want er zijn ook vrouwen zonder man of kinderen. Maar ach, zouden voorname staatslieden zich in een debat willen laten overtuigen door een vrouw?
Je schreef ook over de Bijbelvertaling. Maar op Bijbelvertalers durf ik geen kritiek uit te oefenen hoor!

Gijsje

We hebben onze geit Gijsje genoemd. Ze is prachtig wit en heel eigenwijs. Nu moet ik nog leren hoe ik haar moet melken.

Een groet van je overgrootmoeder,
Plonia

Vrouwen in het stemhokje

Krantenkoppen in juli 2012.
Ottoland, 25 juli 2012

Hoi Plonia,

Hoe is het mogelijk dat vrouwen uit jouw dorp precies in deze maand bezig zijn een afdeling van de Bond voor Vrouwenkiesrecht op te richten. Bij ons staan de kranten deze dagen vol met artikelen over een politieke partij die weigert vrouwen op de kieslijst te zetten. Europese rechters hebben besloten dat de partij daarmee vrouwen discrimineert. Deze partij heet SGP en is 'pas' in 1918 opgericht... dan weet je vast dat die eraan zit te komen.

Mond houden

Het is niet zo gek dat jij erover na moet denken, want in 2012 is het ook nog geen uitgemaakte zaak. Tenminste, voor sommigen. Ik ben er wel uit. Er zijn veel dingen die ik ingewikkeld vind, maar dit onderwerp hoort daar niet bij. Ik vind dat de stem van elk individu telt, rijk of arm, blank of zwart, man of vrouw. In de geschiedenis waren het eerst de armen die hun mond moesten houden, daarna waren het de zwarten en nu zijn het in sommige kringen nog steeds de vrouwen.

Het argument is: politieke invloed uitoefenen hoort niet bij de roeping van de vrouw. Het is de taak van de vrouw om kinderen te baren en te verzorgen en om hun man te helpen. Deze gedachte baseert een groep christenen op Bijbelteksten. Ik ga hier geen theologische verhandeling houden, maar één ding wil ik daar toch tegen in brengen. Bijbelvertalers gingen niet altijd consequent te werk: als het Griekse woord diakonos op mannen slaat, vertaalden ze het met 'diaken'. Als hetzelfde woord naar vrouwen verwijst, vertaalden ze het met 'dienares'.

Roeping

Ik vind het nogal gewaagd om voor een grote groep zeer verschillende mensen (vrouwen) in de meest uiteenlopende posities te bepalen wat hun roeping is. Er zijn vrouwen met meer kennis en wijsheid dan de gemiddelde man - en soms hébben ze niet eens een gezin om voor te zorgen.

En Plonia, dan is er nog het argument wat Aagje Hoogendoorn tegenover jou al eens noemde, zoals je eerder schreef: dat er vrouwen zijn die bijzonder slecht behandeld worden. Je kunt er niet altijd op vertrouwen dat een man zijn vrouw of dochter op een goede manier vertegenwoordigt, tot in het stemhokje. Zo paradijselijk is deze wereld niet. Vrouwen als volksvertegenwoordiger en vrouwen in het electoraat, daar wordt de wereld echt niet slechter van.

Tweede museum

Er heeft zich trouwens spontaan een tweede museum gemeld dat jouw kleding tentoon wil stellen! Wat een prachtig kostuumdrama wordt het hè? Grapje. Geef maar snel je toestemming.

Doe Arie de groeten terug!
Anne Marie

De roeping van de vrouw

Mijn wasgoed op de bleek werd prachtig wit vandaag.
Hardinxveld, 23 juli 1912

Dag Anne Marie,

Je maakt het me wel moeilijk hoor, met je lege kleerhangers. Al vond ik het ook wel vermakelijk, zo'n boom vol houtjes. Ik heb het met Arie nog niet opnieuw besproken, dat tentoonstellen van mijn kleding. Het is natuurlijk leuk dat Marlise en jij het boeiend vinden om met dameskleding uit mijn tijd bezig te zijn. Dat genoegen wil ik jullie niet afnemen. Maar ik voel me toch erg ongemakkelijk bij het idee dat straks allerlei mensen naar mijn kleding staan te kijken en daarover met elkaar praten. Ik moet er nog eens een paar nachtjes over slapen.

Gezin en huishouden

Vandaag op de bleek sprak Aagje Hoogendoorn me weer aan. Terwijl ons wasgoed prachtig wit lag te worden in de zomerzon, vertelde Aagje dat ze één dezer dagen een vergadering heeft over het oprichten van een Hardinxveldse afdeling van de Bond voor Vrouwenkiesrecht. En ze vindt dat er in het najaar een propagandavergadering moet komen, om mensen te vertellen over het belang van kiesrecht voor vrouwen.

Ze vertelde ook dat mevrouw Aletta Jacobs de wereld over gereisd is om voor het vrouwenkiesrecht te pleiten. Het blijft een lastige kwestie, vind ik. Mij is altijd geleerd dat het de roeping van de vrouw is om voor haar gezin en huishouden te zorgen en haar man te ondersteunen. Het politieke terrein is van de mannen. Jij denkt daar anders over toch? Leg me in je volgende schrijven eens uit hoe jij dit nu ziet?


Ik moet je ook de groeten van Arie doen!
Plonia

Geen lege kleerhangers

We kunnen toch geen lege kleerhangers
tentoonstellen?
Ottoland, 21 juli 2012

Plonia,

Dat kun je niet maken! Na al het naaiwerk dat Marlise al aan jouw rokken en ondergoed heeft gehad… ga je ons nu verbieden om het aan anderen te laten zien? Denk aan het onderzoek dat Marlise en ik hebben gedaan naar kleding uit jouw tijd. En aan de reacties die via ons blog en Twitter binnenkwamen, van mensen die het jammer zouden vinden als we jouw kleding niet mogen exposeren.


Grote onderbroek

Misschien zijn er mensen die moeten lachen om jouw vier onderrokken, om jouw grote onderbroek of je dikke borstrok voor koude dagen. Ik kan niet garanderen dat niemand zal grinniken. Maar uit de reacties begrijp ik dat mensen het vooral interessant vinden om te zien hoe vrouwen zich honderd jaar geleden kleedden. Het is zo verrassend ánders dan in 2012.

Humor

Hoe zou ik het vinden als mijn achterkleinkinderen (als ik die krijg) later mijn spijkerbroek of ondergoed zouden willen namaken en tentoonstellen? Vooral grappig, denk ik. Probeer de humor ervan in te zien: mensen die zich vergapen aan iets wat voor jou heel gewoon is. Bezoekers die niet eens weten dat jij je rokken over je hoofd aantrekt, of dat je geen elastiek in je ondergoed hebt. Die verrast opkijken als ze horen dat jij je bovenrok ook als omslagdoek gebruikt, door hem omhoog te klappen en om je heen te slaan als het koud is of regent. En die niet wisten dat je wel een corset hebt, maar nooit een bh draagt.

Wil je ons plezier alsjeblieft niet bederven en met je hand over je hart strijken?

Liefs,
Anne Marie

Geen museumstuk

Ik zit even uit te blazen, met opgetrokken rokken
want het is warm.
Hardinxveld, 18 juli 1912

Beste achterkleindochter,

We zijn verhuisd! Mensen, mensen, wat is zo'n verhuizing een klus. Ik zit nu even uit te blazen, met mijn benen gestrekt in het gras. Maandag zijn we begonnen. Broer Pieter hielp met zijn handkar. Arie mocht de kar gebruiken van de aannemer voor wie hij soms werkt. Zelf ben ik met onze kruiwagen diverse keren heen en weer gelopen. Gelukkig hebben we als pasgetrouwd stel nog niet zoveel spullen. Maandagavond hebben we nog snel alle aardappels uit onze moestuin gerooid en meegenomen. Dat was nóg een kruiwagenvrachtje. De afgelopen dagen was ik druk met schoonmaken en het inruimen van kasten, de kelder en de kamers.

Buren

Je vroeg hoe de kleine Gerrit het vindt om nu onder de hoede van een huishoudster te zijn. Dat gaat best, de huishoudster is een lieve vrouw. Toch sprong hij een gat in de lucht toen wij maandag ons dijkhuisje betrokken; we wonen nu namelijk naast hem, op Rivierdijk B545. Gerrit kwam al vaak over de vloer, maar vanaf nu zullen hem nog wel vaker zien.

Persoonsverheerlijking

Wat je vorige bericht betreft moet ik je iets melden. Ik heb het er met Arie over gehad en we vinden het maar niks dat er nog meer aandacht is van journalisten voor mij en ons blog. En dat je ook naar musea gaat schrijven om mijn kleding en dergelijke tentoon te stellen. Het heeft te veel weg van persoonsverheerlijking. Daarom vraag ik je om niet verder te gaan op die weg. Musea en kranten hebben vast genoeg andere onderwerpen om aandacht aan te besteden. Mensen hoeven zich niet te vergapen aan een eenvoudige vrouw uit 1912. Ik ben toch geen museumstuk!

Je liefhebbende,
Plonia

Lappen om je lijf

Al die lappen om je lijf,
vind je dat soms niet
hinderlijk?
Ottoland, 16 juli 2012

Hey Plonia,

Mooi om te lezen hoe je jouw leven destijds hebt omgegooid om voor het kind van je broer te kunnen zorgen. De kleine Gerrit moet zich aan jou gehecht hebben. Hoe is dat nu je getrouwd bent en de huishoudster van Pieter voor hem zorgt?

In de krant

Er gaat weer een landelijke krant aandacht besteden aan jou en aan ons blog! Het Nederlands Dagblad komt zaterdag met een groot artikel, inclusief foto. Echt leuk dat zoveel mensen plezier beleven aan onze uitwisseling.

Identiteit

Marlise en ik vinden het boeiend om ons in de kleding uit jouw tijd te verdiepen. Steeds als ik zie hoe het naaiwerk van Marlise vordert, realiseer ik me hoe belangrijk kleding is voor je identiteit. Het laat zien of je rijk bent of arm, netjes of slordig, man of vrouw en uit welk deel van de wereld je komt. Maar ik vraag me ook af of je zo nu en dan al die rokken niet uit zou willen gooien. Al die lappen stof moeten je toch hinderen bij het werk? Hoe is dat als je aardappels rooit, de vloer dweilt of snel de trap op wilt lopen?
En wil je me ook eens vertellen hoe jouw kousen eruit zien?

Binnenkort ga ik musea een brief schrijven met de vraag of ze jouw kleding tentoon willen stellen. Eén museum heeft dat al toegezegd. Jouw kleding illustreert op een heel concrete manier hoe enorm de positie en rol van vrouwen in honderd jaar is veranderd. Het is mooi om dat te laten zien.


hartelijke groet,
Anne Marie

P.S. Ben je eigenlijk al verhuisd?

Een jongen zonder moeder

Pieters huishoudster Aartje.
Hardinxveld, 14 juli 1912

Beste Anne Marie,

Over mijn neefje Gerrit had ik je nog niets verteld, dat is waar. Ik heb inderdaad een periode voor hem gezorgd, nadat zijn tweede moeder in 1909 overleed. Zijn vader, mijn broer Pieter, is toen uit Boskoop teruggekomen naar zijn geboortedorp Hardinxveld. Hij moest natuurlijk de kost verdienen. Maar wie moest er voor zijn moederloze zoontje zorgen?

Slim kind


Ik heb een betrekking gezocht voor halve dagen en kon me toen over de zevenjarige Gerrit ontfermen. Ook kon ik mijn moeder helpen, die dat jaar zestig was geworden. Pieter kwam bij mijn vader in de smederij werken, in het pand in de Peulenstraat dat jij op 7 maart hebt bezocht.
Gerrit is een lief en slim kind. Hij stelt me allerlei vragen, waar ik soms geen antwoord op weet. 'Tante Pleuntje', zegt hij dan, 'hoe komt het dat je niet moet lachen als je jezelf kietelt?' Of: 'Waarom hebben andere kinderen hun eerste moeder nog en zijn er bij mij al twee moeders gestorven?'

Dagdromen


Nu ik getrouwd ben, zorgt een huishoudster voor mijn broer Pieter en zijn zoon Gerrit. Die huishoudster heet Aartje. Een lieve vrouw, een goedige ziel. Ze had vroeger een garen- en bandwinkeltje in het dorp. Gelukkig komt Gerrit nog vaak bij me op bezoek. Ik moet bekennen dat ik hem verwen. Vaak krijgt hij een kaaskontje van me, of gedroogde appeltjes. Of het stuk pudding dat is overgebleven van de zondag. Op school gaat het erg goed met hem. Hij wil later geen smid worden, zoals zijn vader. 'Ik wil op de postkoets gaan rijden', zegt hij. 'En als dat niet kan, dan word ik directeur en heb ik mijn eigen koets.' Ik laat hem maar dromen, ik geloof niet dat dagdromen kwaad kan.

Uw liefhebbende,
Plonia

Jouw kleine neefje Gerrit

De afkondiging van het huwelijk tussen jouw broer Pieter en zijn
eerste vrouw Neeltje.
Ottoland, 11 juli 2012

Ha Plonia,

Wat een geluk dat ik niet elke zondag naar jouw kerk hoef. Ik zou er gedeprimeerd van worden, echt waar. Als ze nog eens een tijdmachine uitvinden, kom ik er met je over praten. Maar voorlopig moeten we ons behelpen met dit blog. Wat ik mooi vind is dat ik, een eeuw van jou verwijderd, in dezelfde God geloof als jij.

Bijzonder verhaal

Nu iets heel anders: enkele dagen geleden heb ik een bijzonder verhaal over jou gehoord. Ik werd gebeld door een onbekende vrouw. Ze stelde zich voor als de kleindochter van jouw broer Pieter. Ze is een dame van 79 jaar, de dochter van Pieters enige zoon Gerrit Weppelman. Deze mevrouw had in dagblad Trouw over ons blog gelezen en dacht: die Plonia ken ik! Ze heeft veel moeite gedaan om met mij in contact te komen. Via een aantal behulpzame tussenpersonen lukte dat. Het verhaal dat ze me vertelde is bijzonder. En het ging over jou…

Klein jongetje

De kleindochter van Pieter vertelde me dat jij jarenlang voor haar vader Gerrit hebt gezorgd! Ze weet niet in welke jaren dit is geweest, maar ze dacht na het overlijden van Pieters tweede vrouw. Zijn eerste vrouw, de moeder van Gerrit, overleed in 1902. Pieter bleef achter met een jongetje van nog geen half jaar. In november 1907 trouwde Pieter voor de tweede keer. Zijn tweede vrouw overleed in 1909.Toen ik er met mijn moeder over sprak zei die: 'Volgens mij heeft Plonia voor de kleine Gerrit gezorgd na het overlijden van Pieters éérste vrouw'.
Maar toen was jij nog maar twaalf jaar! Na het overlijden van Pieters tweede vrouw was je twintig jaar. Ook toen woonde je nog bij je ouders thuis. En: je bent in de jaren voor je huwelijk toch dienstmeisje geweest? Vertel me eens: heeft Pieters kleindochter gelijk of mijn moeder? Dat je mij hier nog nooit over hebt geschreven… Ik ben razend nieuwsgierig naar jouw verhaal.

Gerrit moet nu tien jaar zijn. Woont hij weer bij zijn vader Pieter?

Ik heb de huwelijksafkondiging van Pieter en zijn eerste vrouw Neeltje bijgevoegd. Die is uit 1901.

Hartelijke groet,
Anne Marie

Een orgel en een voorzanger

Mijn kerkbijbeltje en een schone zakdoek leg ik op
zaterdag al gereed.
Hardinxveld, 9 juli 2012

Dag Anne Marie,

Wat vervelend voor je dat jouw kerk geen kerkgebouw heeft. Mis je dat niet, de sfeer van een huis dat is gebouwd voor God? Ik neem aan dat jullie gemeente er hard voor spaart?

De zondag vind ik de mooiste dag van de week. Ik hoef dan geen stoep te schrobben, vlekken uit wasgoed te boenen of onkruid te wieden. De dag ervoor schil de aardappels, braad ik een stukje vlees en maak ik soms een mooie pudding. Ook leg ik mijn hoed, kerkbijbeltje en een mooie schone zakdoek gereed. En in de winter zet ik mijn stoof klaar, met een kom voor hete kooltjes, want we hebben geen kachel in de kerk.

Meisjes apart

Na het ontbijt wandel ik samen met Arie over de dijk naar de kerk. Onderweg zien we altijd bekenden en familie, daar lopen we dan mee op. Iedereen heeft zijn netste kleren aan en de meisjes dragen linten in het haar. In de kerk zitten de grote meisjes op een aparte galerij, niet bij de jongens. Dat komt de eerbied ten goede. Wat ook zo mooi eerbiedig is: tijdens de gebeden gaan de mannen staan.

Trommels en gitaren hebben we niet in onze kerk hoor. Gelukkig niet, zou ik zeggen. We hebben een prachtig orgel, en een voorzanger die ook voorlezer is. Dat is diaken A. Eijkelenboom. Het is goed dat hij er is, want sommige lieden zingen zó traag of juist zó snel dat ze de kerkzang dreigen te ontregelen. We zingen alleen psalmen, geen andere liederen. David schreef 150 psalmen, daar staat alles in. Gastpredikanten laten soms een gezang zingen, maar dan houd ik mijn mond.
Op dit moment hebben we geen eigen dominee. De vorige, dominee Van Griethuijsen, is vorig jaar vertrokken. De kerkenraad zoekt nu naar een opvolger.

Avondmaal

In de preek gaat het vaak over de noodzaak van bekering. Alleen de bekeerden gaan aan het avondmaal. Zij kunnen vertellen hoe zij uit de duisternis tot Gods wonderbaar licht zijn geroepen. Bij het laatste avondmaal zaten er tien mensen aan. Tien bekeerden in een kerk vol toeschouwers.

Uw liefhebbende,
Plonia

Psalmen en gezangen

De hervormde kerk in Hardinxveld staat er aan
het wiel nog schilderachtig bij.
Ottoland, 7 juli 2012

Hé Plonia,

Gisteren was ik even in jouw dorp en zag de hervormde kerk staan. In het wiel dreven waterlelies, er scheerden zwaluwen door de lucht en het torentje stak mooi af tegen het zomerse blauw. Ik moest natuurlijk aan jou denken, hoe jij heel veel zondagen twee keer per dag onder het dak van die kerk zit. Zou je me eens iets over jouw kerkgang willen vertellen?

Ik ga ook naar een kerk, maar de diensten vinden plaats in een dorpshuis. Jij vindt het bij ons maar niks, denk ik. We hebben geen orgel en we zingen geen psalmen. Bij de liederen die wij zingen staan namen als: Tim Picking Graham Kendrick, Christopher Beathy en Mark Williams. In mijn soort kerk denken ze dat liederen uit Amerika horen te komen. We zingen ook vaak in het Engels.

De zangbegeleiding komt bij ons van onder andere gitaren, een elekstrische piano en een drumstel. O, dat laatste moet ik uitleggen: een drumstel, dat zijn allerlei trommels en bekkens die op voetjes staan. Jij zingt vast alleen de psalmen van David, waarschijnlijk in de bewerking van mijnheer Petrus Datheen (1531-1588). Mijnheer Datheen speelde een belangrijke rol bij de Reformatie, heb ik gelezen. Ik heb Datheens berijmingen ook nog gezongen, toen ik hervormde diensten bezocht. Sommige kerken weten niet hoe snel ze moeten vernieuwen, andere zijn bang voor de allerkleinste verandering. Boeiend...

Ik ben benieuwd naar jouw kerkverhalen!

hartelijke groet,
Anne Marie

Wassen bij de gootsteen

Mijn lampetkan gebruik ik zelden. Ik ben er
zuinig op.
Hardinxveld, 4 juli 1912

Dag Anne Marie,


Dat wil ik eigenlijk niet weten: dat van de tien vrouwen die een kind krijgen er één is die haar baby naar het graf moet dragen. Als ik even nadenk, kan ik zo negen andere vrouwen noemen die in verwachting zijn: Greta van de kolenboer, Jans van de timmerman, een zus van de buurvrouw… Laat ik maar ophouden. Ik hoop niet dat een van ons straks een doodshemdje nodig zal hebben.

Mijn broer Izaak verloor drie jaar geleden een tweeling. De kleine Cornelis overleed al na tien dagen, de kleine Pieter na ongeveer anderhalve maand. Ik zie zijn vrouw Geertrui nog bij die lege wieg staan.

In de teil

Je vroeg of ik wel hygiënisch ben. Ja, ik was mijzelf heus goed hoor. Dat doe ik gewoon bij de gootsteen. Dan vul ik een flinke kom met water, zeep me in en wrijf het sop met een natte washand weer van mijn lijf. Ik heb ook wel een lampetkan, maar die gebruik ik zelden. Het is wel zo eenvoudig om me in de keuken te wassen. Als kind ging ik op zaterdag in een teil. Ik ging meestal eerst, daarna mocht Neeltje, want zij is twee jaar ouder dan ik. Als zij aan de beurt was, deed moeder wat warm water bij het afgekoelde in de teil.
Voor zover ik me kan herinneren, wasten Maartje en Johannes zich net als de groten bij de pomp. In de winter namen ze een kom water mee naar binnen. Maartje is negen jaar ouder dan ik, Johannes acht jaar ouder. Bij Izaak, Pieter en Martinus heb ik nooit gezien dat zij hun hele lijf wasten. Dat deden ze als ik al op bed lag denk ik, net als vader en moeder.

Begrijp ik nu goed uit jouw bericht dat je wel twaalf grote emmers water per dag gebruikt? Wat doe je daar allemaal mee? Stel je voor dat wij dat vroeger thuis gedaan hadden. We waren met negen personen. Dan zouden we meer dan honderd grote emmers op een dag nodig gehad hebben. Lieve mensen, we zouden de hele dag bij de pomp gestaan hebben!

U groetend,
Plonia

Over water en kindersterfte

Ottoland, 2 juli 2012

Hey Plonia,

Onvoorstelbaar dat jullie al voor de geboorte van een kind nadenken over de dood. Begrijpelijk is het natuurlijk wel, na wat jouw moeder heeft meegemaakt.

Ik heb opgezocht hoeveel kinderen er in 1900 stierven: 150 van de duizend zuigelingen. In 1910 stierven er honderd baby's op elke duizend, maar daarna steeg het aantal weer een tijdje. In mijn tijd ligt het in Nederland onder de vijf kinderen per duizend zuigelingen. Wij gaan er gewoon van uit dat een kind blijft leven. Ik heb nooit een babydoodshemdje in huis gehad.


Geen viespeuk

Zorg maar dat je goed en gezond eet en dat je jezelf goed schoon houdt. Hygiëne is belangrijk, weet je dat? Je bent geen viespeuk, dat weet ik natuurlijk. Maar je hebt vast geen douche. Hoe was jij jezelf eigenlijk? Wij staan bijna elke dag onder de douche. En we verbruiken veel te veel water. In Nederland gebruiken we ongeveer 120 liter drinkwater per dag, per persoon.

Sinds jouw geboorte tot aan mijn tijd is het wereldwijde gebruik gestegen van ongeveer 300 km3 tot ongeveer 2100 km3. Het is dus zeven keer zoveel geworden. Als ik 120 liter water per dag gebruik, heb jij maar 17 liter per dag nodig. Daar heb ik nou respect voor. Als ik een keer naar het watercloset ga, spoel ik al zes liter water weg. Dan is zo'n plee met beerput die jij hebt zo gek nog niet.

Groet,
Anne Marie
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...