![]() |
Mijn moeder Plonia Weppelman-Dubbeldam, met mijn zus Neeltje en mijzelf. Ik zit op de tafel. |
Hardinxveld, februari 1912
Mijn moeder Plonia Dubbeldam werd geboren in 1849. In 1871 trouwde ze met mijn vader, de smid Gerrit Weppelman. Mijn moeder kreeg twaalf kinderen. Twaalf keer vreugde, die verdrietig genoeg vijf keer werd gevolgd door rouw. Vijf keer moest ze een levenloos kindje in de armen van een begrafenisondernemer leggen. Haar eerste kind werd geboren toen ze 22 jaar was: Izaak. Daarna kwamen mijn broers Pieter en Martinus. In 1877 werd Johannes geboren; hij overleed na drie maanden. Daarna kwam Maartje, zij overleed na vijf maanden. De tweede Maartje bleef leven. De tweede Johannes ook. Daarna kreeg mijn moeder vier keer een Neeltje: de eerste werd drie maanden oud, de tweede vijf maanden, de derde negen maanden. De vierde Neeltje, mijn zus, bleef leven. Daarna werd ik geboren, als jongste van de zeven kinderen die in leven bleven.
De verhalen van mijn moeder maken me bang voor het moederschap. Er sterven zoveel baby's en kraamvrouwen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten